Toepassing Zwembaden

Zelfs met de best mogelijke waterbehandeling in zwembaden komen er bijna altijd hinderlijke bijproducten uit het wateroppervlak vrij. Het afvoeren van deze bijproducten door ventilatie met voldoende verse buitenlucht is noodzakelijk om een gezonde luchtkwaliteit te bereiken. Nieuwe wet- en regelgeving stelt harde eisen aan de luchtkwaliteit. Hiervoor dient de hoeveelheid trichlooramine in de lucht op de meest kritische plaats jaarlijks gemeten te worden. Ook een goede luchtverdeling en doorspoeling in de zwemzaal zijn noodzakelijk voor goede luchtkwaliteit.

Om een behaaglijk klimaat in de zwemzaal te creëren is de luchttemperatuur in combinatie met de Relatieve Vochtigheid een belangrijke factor. Een te droge ruimteluchtconditie (lage RV) voelt voor de zwemmer ‘koud’ aan. Dit komt omdat het aanwezige vocht op de huid van de zwemmer te snel verdampt en daardoor warmte aan het lichaam onttrekt. Een te vochtige ruimteluchtconditie (hoge RV) wordt daarentegen als benauwd en warm ervaren, omdat de verdamping te langzaam gaat en het lichaam dan minder goed gekoeld kan worden door te zweten.

 

zwembad

Ventilatiebehoefte met verse buitenlucht

Als er wordt gesproken over ventilatiebehoefte in zwembaden gaat het vaak over begrippen zoals circulatievoud en ventilatievoud. Het circulatievoud is het aantal malen per uur dat de ruimte doorspoeld wordt met lucht. Dit moet passen bij het gekozen luchtverdeelsysteem (luchttoevoerroosters) dat een minimaal en maximaal debiet heeft. Bij een te lage luchthoeveelheid over de roosters wordt de worp te klein en de doorspoeling van de ruimte onvoldoende. Bij een te grote luchthoeveelheid over de roosters worden de luchtsnelheden in de zwemzaal te groot (tocht risico) en kunnen er geluidsklachten ontstaan. Ventilatievoud is het aantal malen per uur dat de ruimte doorspoeld wordt met verse buitenlucht.

Luchtvochtigheid

Bij een gegeven gebruik van het badwaterbassin en een gegeven waterkwaliteit is de luchtkwaliteit afhankelijk van de hoeveelheid buitenlucht en van eventueel aanwezige speelelementen die in gebruik zijn zoals glijbanen, watervallen, stroomversnellingen en bubbelbaden. Deze buitenlucht wordt ook gebruikt om de luchtvochtigheid te regelen op circa 50%. Er zijn twee belangrijke redenen om de luchtvochtigheid te borgen:

het comfort van personeel en gebruikers
het voorkomen van condensatie- en corrosieschade aan het gebouw en de installaties

Door verdamping van het zwembadwater komt vocht in de ruimtelucht terecht. Hierdoor stijgt de relatieve vochtigheid als de hoeveelheid ventilatielucht niet toereikend is. Om de relatieve vochtigheid op het gewenste niveau te handhaven, moet de ruimte geventileerd worden met drogere buitenlucht. Het verschil tussen het absoluut vochtgehalte (g waterdamp per kg lucht) in de buitenlucht en de binnenlucht bepaalt de op dat moment benodigde hoeveelheid buitenlucht. Al het vocht dat uit het badwaterbassin verdampt moet dus worden afgevoerd door ventilatie.

Hoeveelheid waterdamp

De hoeveelheid vocht die uit het bad verdampt, is afhankelijk van de bezetting van het bad, de watertemperatuur en luchtcondities, het wateroppervlak en de intensiteit waarmee water en lucht met elkaar in contact komen (glijbaan, waterval of bubbelbad). Bij de gegeven ontwerpcondities en gelijke bezetting van het bad is de hoeveelheid af te voeren waterdamp dus altijd een constante.

Deze hoeveelheid is onder andere te berekenen met de methodiek uit de Duitse VDI 2089 Richtlijn. Deze richtlijn (geen norm) is opgesteld door de Verein Deutscher Ingenieure. Hiermee kun je berekenen hoeveel waterdamp je moet afvoeren door te ventileren met de in absolute zin drogere buitenlucht en zo de vochtigheid in de zwemzaal te regelen. De capaciteit van de klimaatinstallaties wordt op deze wijze bepaald. Er zijn ook andere berekeningsmethodes beschikbaar zoals ASHRAE maar de VDI 2089 wordt vaak toegepast.

? Hulp nodig?